The man and his machine(s)

Vorige week eindigde ik met de mededeling dat de kruiwagen snel zou komen. Dat was niet zo. In dit huishouden wordt voorkomen dat een bestelling afgehaald moet worden bij de buren of elders. Dus zolang de bezorging niet heeft plaatsgevonden, moet iemand in de woonkamer zijn. Dus wie gaat er douchen, wie gaat er naar werk en hoe plannen we dit in? Rondom de ooit-arriverende-kruiwagen in dit geval. Het is een beetje beklemmend, eerlijk gezegd.
In afwachting van het verschijnen van De Kruiwagen gingen de werkzaamheden gewoon door. Tijdens het graven van de funderings greppel was gebleken dat er twee meter rioolpijp nog van ijzer was. Het stuk van ons huis naar de aansluiting met het theater. De rest was gelukkig van PVC (anders hadden we dit helemaal moeten vervangen).


Dus Hessel vroeg Mariusz of er wellicht mannen waren die deze ijzeren pijp konden blootleggen, zodat Bart De Loodgieter het stuk van 2 meter kan vervangen voordat de funderingmuur gebouwd wordt. Ijzeren pijpen gaan namelijk hoe dan ook binnenkort kapot dus je kan er maar beter tevoren vanaf zijn. Even was de gedachte dat we de vloer van ons waskamertje open zouden breken om er bij te kunnen, maar daarvoor is niet gekozen. De pijp zit zo vreselijk stevig in de muur, dat ‘ie direct achter de muur wordt afgezaagd en aan die opening komt PVC. Dat loopt dan vervolgens in de mof (zo heet dat) en dan is alles weer goed en kunnen we verder de aankomende 50 jaar op rioolgebied doen wat we willen. En de buren ook.

De Poolse vrienden kwamen afgelopen donderdagochtend en hadden een heel stuk theatervloer er binnen een paar uur uit. Hopelijk komt Bart aankomende week, maar dat zou wel heel bijzonder zijn, want Bart is een drukbezet man.

Ondertussen was Hessel op het dakje bezig om een waterkering te maken. Hij wilde niet dat door de hevige regenval het water op het beton van de fundering zou storten. Daarom maakte hij van latten en siliconenkit een soort goot, zodat al het water keurig naar de zijkant van het dak liep en daar naar beneden viel.


Het werkte als een tierelier, maar daar kwamen we woensdagavond achter (toen het heel hard regende) en het filmpje dat we er van maakte is mislukt. Neem gerust van me aan: het werkt!
Waarom waren we woensdagavond zo laat? We waren overdag in Hendrik Ido Ambacht. Waarom? Vanwege een bestelbus.
Nu onze Citroen er niet meer is, hebben we geen klus-auto meer. Als je heel veel puin steeds in je verbouwingspand hebt, dan wil je dat dat weg is. Omdat het fijner is om in een opgeruimde situatie te werken. Ook moet er natuurlijk bouwmaterialen opgehaald. Het huren van een container kost ongeveer 400,- per keer. Die moet je steeds bestellen, vergunning, helemaal tjokvol hebben = gedoe en afhankelijkheid. Wij houden niet van gedoe en afhankelijkheid en Hessel al helemaaaaal niet. Dus bedacht hij: wat als ik een oud tweedehands bestelwagentje koop? We hebben feitelijk drie parkeerplaatsen (eentje in de privegarage, eentje in de parkeergarage en eentje op straat) dus dat is geen probleem. Hessel had al een tijdje geen eigen auto, maar nog wel 21 jaar no claim van z’n verzekering, die weer in het leven geroepen kan worden, wat ook fijn is. Bouwplaten zijn 1.22 en hij koos dus een busje van 1.25 breed.


Nog een leuk voordeel: de Poolse vrienden hebben altijd een issue met vervoer. Zodra ze vaak komen helpen, gaat Hessel hen het busje meegeven om mee te rijden. Dan kunnen zij ook makkelijk hun eigen spullen meenemen. Everybody happy.
Dus. Op naar Hendrik Ido Ambacht. Naar de tweedehands autodealer. De tank van onze blauwe auto was al een beetje aan de lege kant. We arriveerden zonder problemen. Alles bekeken, proefritje gemaakt: yes we doen ‘m!


De auto heeft serieuze blikschade aan de zijkant en een barst in het voorraam, maar de motor en de wagen zelf zijn top. In de auto vonden we later de kopie van het rijbewijs van de vorige eigenaar. Die werkt bij Tatasteel, dus deze auto is niet bang voor een kleine verbouwing.
Ik reed in de blauwe auto terug en Hessel in zijn nieuwe bestelauto. Even langs de benzinepomp om de bestelauto vol te gooien. Helaas was er geen E5 benzine beschikbaar, dus de blauwe auto kon nog niet vol. We spraken af dat we los van elkaar op de Tomtom naar huis zouden rijden. Gek genoeg bleef ik toch achter Hessel rijden. Hessel negeerde de Tomtom volgens mijn Tomtom volkomen. Ik zag dat hij tijdens het rijden allerlei dingen in de auto aan het bekijken was. Zijn achterhoofd ging van links naar rechts en verdween soms helemaal uit beeld. Op de heenweg was er overal file en nu rond 17.00 terug helemaal. De lucht was inmiddels helemaal zwart van het naderende onweer. Ik bleef maar rijden en zag de benzinemeter hoe langer hoe meer uitslaan in de verkeerde richting. Tankstations die er volgens Tomtom wel waren, bleken er niet te zijn. Dat kon ik amper registreren want we scheurden langs ’s Heren wegen. Ik zag afslagen aan me voorbij gaan zoals Boskoop, Waddinxveen, Zwammerdam en andere plaatsnamen waardoor ik totaal niet meer wist waar ik überhaupt in Nederland was. Ik reed maar door en door, inmiddels al niet meer op de snelweg. Ik zag zelfs bordjes Utrecht, wat ik als zeer verwarrend ervaarde. Het benzinelichtje begon nu oranje te knipperen. Ik had dit nog nooit gezien. Wist ook niet hoe lang je nog kon doorrijden (de Citroën kon met een ‘lege tank’ nog drie keer op een neer van Haarlem naar Amsterdam), dus de paniek sloeg goed toe. De regen kletterde inmiddels op de voorruit en ik zag Hessel nog amper. Hij negeerde al mijn signalen volkomen. Omdat hij waarschijnlijk met zijn hoofd in het dashboardkastje zat. Op de Tomtom zag ik dat over 1000 meter een Tankstation zou zijn. Ik overwoog ook om sowieso op een ‘rustplek’ te gaan staan, omdat ik niet met een lege tank op de snelweg wilde ‘rijden’. Hoera: er was een benzinepomp. Gek genoeg zag ik Hessel ook afslaan. Bij het uitstappen dacht hij dat alles superleuk was, maar ik kon vanwege het klapperen van onderkaak enkel nog hoge tonen uitslaan van de spanning. Toen ik wel weer kon praten volgden uitspraken die je niet in een blog kan schrijven.
Ik tankte de blauwe auto voor een vermogen helemaal vol en mocht van mezelf ook een Twix tegen de stress. We vervolgden in grote harmonie onze tocht naar huis. (Het bleek trouwens dat Hessels Tomtom een andere route had gekozen dan de mijne). Door stortregens en wolkbreuken reden we gezellig achter elkaar naar huis, en ik zag opeens ook allemaal plaatsnamen die ik wel kende op bordjes (perspectief is alles niet waar). Thuisgekomen stortte het water op de goede manier langs Hessels waterkering, dus eind goed al goed.
En wat arriveerde er vrijdag toen ik bij de kapper zat?! De KRUIWAGEN!





Waarmee ik dus maar wilde zeggen: mocht u iets willen vervoeren, dan wel met een bestelbus, dan wel met een kruiwagen, dan wel met een combinatie van beiden: Bel Hessel!
Fijne zondag allemaal!
Wonderbaarlijk. Zo’n gebrek aan goede communicatie, terwijl jullie allemaal mobieltjes hebben. Mooi dat dat goed afgelopen is.
Dat verhaal met die bijna lege tank, las als een Agatha Christie…. De spanning en onmacht dropen er vanaf. Het werd mij overigens niet helemaal duidelijk wat je nou precies aan Hessel vertelde bij het uitstappen. Ik gok op het wassen van oren.