Div

When live gives you lemons…tja wat doe je dan?

Afgelopen donderdag hadden we ons ‘droomhuis’ gezien en we hadden leuk gedagdroomd. Ik dacht eigenlijk dat het toen klaar was.

Nu moet  je weten dat wij hier in Portugal een soort dagindeling aanhouden. We worden rond 7.00 uur wakker en lezen dan nieuwtjes in bed tot een uur of 8.00 op onze iPad. Daarna staan we zachtjes op, en gaan in de keuken rommelen, ontbijten etc. Meestal is het dan nog een beetje fris. Rond 11.30 wordt het zonnig en vanaf 12.00 sharp zitten Hessel en ik in een windvrij hoekje van het terras in onze zwembroek/bikini te lezen tot ongeveer 13.30 uur. Dan gaan we met de hond en Evelyn naar het strand om een lange wandeling te maken. En dan wordt het weer frisser, gaan we naar huis en rollen we langzaam de avond in, die meestal eindigt rond 22.00 uur wanneer we onze slaap niet meer tegen kunnen houden.

Wij zitten zaterdag samen in onze “zonnestudio” zoals we het noemen en opeens zegt Hessel -tot mijn verbazing en een beetje schrik- ‘Nou Annie, wat gaan we doen met dat huis, gaan we dat nog serieus overwegen?‘ Punt is met Hessel dat hij een neus heeft voor panden en mogelijkheden. Dat heb ik wel geleerd. Haarlem, daar zag niemand wat in, hij wel, we kochten het voor een mooie prijs en zijn nu de koning te rijk. Hetzelfde geldt voor het bovenhuis, en voor de extra sexwaskamer. Het komt op zijn radar en het is heel dom om dat zomaar af te kappen, want je weet maar nooit. Hij heeft een talent voor dat soort dingen wat veel mensen -waaronder ikzelf- niet hebben. Maar goed. Ik ga echt geen extra hypotheek meer nemen, blijf zeker nog een aantal jaren werken in Nederland, en Haarlem gaan we niet verkopen. Dat begreep Hessel ook wel.

Het rare is, dat toen ik weg aan het gaan was bij mijn ex-werkgever, ik me bedacht wat ik het liefste zou willen ‘if money wasn’t an object’. Ik zou dan het liefste dit willen: een huis met bijgebouwen in een warm(er) land. Waar ik mensen kon ontvangen, die even niet zo lekker zaten. En dat ze bij ons konden logeren en mee mochten eten als ze zin hadden, of eenzaam apathisch voor zich uit blijven kijken als ze daar zin in hadden; dat mocht ook. Ik was dan ‘de verzorgende leuke gastvrouw met wie ook een goed gesprek mogelijk was’ en Hessel de tuinman etc. Nou dat. Dit huis in Loule voldoet aan alle eisen van die droom. Maar het is te vroeg qua levensfase. And money really is an object.

Het kon natuurlijk geen kwaad om eens iemands mening te vragen die er verstand van heeft. Hee, wat grappig, Evelyn kwam net het terras oplopen. Of ze mee wilde om te kijken? Maar natuurlijk!

Hondje in de auto, wij in de auto, en daar gingen we op pad.  Aangekomen inspecteerden Evelyn en Hessel het hele terrein. Let op de lichaamshouding; het is meenes.

Evelyn denkt dat het een familie huis was vroeger, waar verschillende gezinnen bij elkaar woonden. Het feit dat het nu vervallen is, kan komen doordat de kinderen onderling twisten over een eventuele verkoop. Malle Eppie was er trouwens vandaag niet, zijn was hing wel buiten. Jammer, want Evelyn spreekt Portugees en zou Eppie wat vragen kunnen stellen. De honden aan de overkant horen we wel, maar het valt mee. Hessel vindt het totaal groter dan hij zicht herinnerde. Dat heb je ook niet vaak!

Evelyn inspecteert de omgeving aan de voorkant…

En aan de achterkant…

De binnenplaats…

En aan de andere kant van de muur…

En we maken wat foto’s binnen…

En in een ander ‘binnen’ (let vooral op de blik in Hessels ogen..)

En helemaal aan de achterkant van het eerste bijgebouw..

En het tweede bijgebouw…

En hebben jullie dat al gezien?

Ondertussen pluk ik stiekem citroenen en een soort mandarijnen uit de bomen voor de ingang en stop die snel in mijn tas.

Evelyn is ook zeer onder de indruk. De grond is vruchtbaar en de locatie top. Het zal mogelijk een paar ton kosten en dan de verbouwing. Qua verbouwing denkt Hessel dat dit meevalt, want arbeid is niet heel duur in Portugal en de muren staan al. Er hoeft enkel een nieuw dak op en ramen. Geen ingewikkelde constructie. Maar ja, we komen er niet achter, want we kunnen de eventuele vraagprijs van het terrein niet aan Eppie vragen.

We rijden weg, langs het huis met de honden. Daar zien we een meneer zitten. Evelyn stapt uit en raakt met hem aan de praat.  Hij logeert nu in het huis van zijn dochter die even in Wimbeldon (!) is, met een knip met zijn vingers zijn alle honden doodstil. De man wijst op een bordje op een akkertje naast hem. Het akkertje is te koop en er staat een telefoonnummer bij. Het telefoonnummer van de eigenaar van het akkertje…… hij is volgens de man ook de eigenaar van onze bouwval. Deze eigenaar blijkt nu in Amerika te wonen. Ik fotografeer snel het bordje met het telefoonnummer, maar plaats dit niet op het blog, want anders gaan jullie bellen.

We nemen afscheid van de lieve man en rijden door naar Loule. Daar gaan we wederom naar het leuke restaurantje en vieren al onze nieuwe informatie en de zenuwen en alle leuke spanning met een gebakje en koffie en wortelsap.

Hessel vraagt mij of ik het wapen boven de voordeur ook heb gefotografeerd, maar dat heb ik niet gedaan. Ik opper er op de terugweg nog een keer langs te gaan. Dat vinden Hessel en Evelyn een goed idee. Tijdens de terugrit komen Hessel en Evelyn er op uit dat er 7 ton nodig is voor dit hele zaakje. En dat het 1 a 2 jaar zal duren voordat de renovatie klaar is. Dat is allemaal nergens op gebaseerd, enkel op hun gevoel.

Hessel stapt bij het huis aangekomen in zijn eentje uit om een foto te maken van de steen boven de voordeur. Evelyn en ik kijken hem vanuit de auto na. Ik zeg tegen Evelyn: ‘Zie je dat gezicht van ‘m? Ja, zegt Evelyn, er gaat van alles door z’n hoofd. Hij heeft t al helemaal bedacht.’ 

Hessel komt lachend terug in de auto en we rijden gezellig naar huis.

‘S avonds zoek ik op internet naar ‘ingieten in perspex’.. Ik wil graag de 4 citroenen ingieten in plastic blokjes (als ijsklonten) zodat we ze altijd kunnen bewaren. Mijn idee is dan om ze ofwel ooit als we op ons terras in ons droomhuis te Loule zitten als cadeau aan Hessel te geven onder het motto “weet je nog hoe dit allemaal is begonnen” ofwel een andere keer in Haarlem onder het motto “weet je nog dat we altijd zoveel leuke plannen hebben en kijk nu eens hoe alles anders is gelopen, maar toch ook heel fijn en leuk”. Helaas. Fruit kan niet ingegoten worden. Dan maar een mooie foto, misschien wordt dat ooit nog een schilderij. Ik neem ze in ieder geval mee naar Amsterdam morgen.

Terwijl ik perspex zit te zoeken, googelt Hessel het telefoonnummer. Het is een nummer uit New Jersey. Maar we gaan zaterdagavond niet bellen en op zondag ook niet. Vanmorgen (zondag) zegt Hessel bij het opstaan: We gaan helemaal niet bellen, want dit gaat allemaal gewoon niet gebeuren. Tenzij we tegen een pot goud aanlopen. En die kans is nihil.  Het was leuk om te fantaseren, maar nu weer klaar er mee.

Ik ga akkoord. We hebben het er niet meer echt over.

Maar net vanavond zie ik Hessel aan de grote computer werken. Mijn blik valt vluchtig op het scherm. Het gaat over hoe onroerend goed aan te schaffen in de Algarve… Ik heb net gedaan of ik het niet zag.

Morgen kom ik naar Amsterdam, donderdag volgt Hessel. Gaan we lekker aan de slag in Haarlem.

Gelukkig hebben we de citroenen nog!!