Het huis

Ritje in een trapauto

Niemand had zich aan de planning gehouden, niemand vond dat erg.

Jan de Kruijf had pas vanmiddag om drie uur de trap klaar voor transport. Dus helemaal niet mid-vorige week, zoals afgesproken. Dat wil zeggen, alleen de trap was af. De leuningen waren helemaal nog niet klaar. Gelukkig kon Jeroen van de firma Uipkes daar niet warm of koud van worden. Geef maar een belletje als je er aan komt, dat is altijd goed, sprak hij monter. Misschien was hij zo vrolijk omdat ik hem net verzekerd had dat het geen probleem was dat hij onze vloer niet volgens afspraak komende vrijdag maar pas in de tweede week van Januari zou leveren.

Zo kon ik dus zonder haast eens gezellig bij Jan de Kruijf rondkijken voordat ik de trap ging wegbrengen. Hij was vol goede moed met de leuningen bezig. De lange delen waren nagenoeg klaar, alleen wilde hij nog even met me overleggen hoe diep het sierrandje moest worden wat hij nog aan de onderkant zou infreesen. Daar had ik gelukkig wel ideeën over, dus hij kon daarna lekker verder werken.

Hij was eerst nog even met de wrongstukken bezig. Dat zijn de “hoeken” in de leuning. Die geeft hij een ruwe vorm, daarna gaan ze samen met de krullen voor de uiteinden van de leuning naar de kunstenaar/houtsnijder in het dorp.

Ik had foto’s gemaakt van de krullen bij mij op de Willemsparkweg, die gaan ze namaken. Als herinnering aan mijn geboortehuis zullen we maar zeggen.

De foto boven aan dit blog was een kleine demonstratie opstelling. Zo ongeveer gaat de trap er straks uitzien. Ik was heel erg te spreken over het eindresultaat van onze zelfgekozen beitel. De voorkant van de trede en het richeltje eronder geven de trap beslist een zekere je ne sais quoi.

Na de koffie werd het tijd om de trap in te laden. En daar was onze trouwe C5 weer, ditmaal in de ondergaande zon, met zijn vering op de hoogste stand, klaar om naar Alphen te rijden.

In Alphen aan de Rijn, bij de firma Uipkes, stond hoofdzuster Stacey al op me te wachten. Ze had een pallet voorbereid, en eindeloze hoeveelheden beschermdoek. Samen hebben we de trap op de pallet geladen.

Toen het werk gedaan was, werd het tijd om mijn nieuwsgierige neus eens in Uipkes zaken te steken.

Het blijkt dat Stacey in haar eentje de hele rokerij bestiert. Er zijn 99 kleuren in het assortiment van Uipkes, ze kent ze allemaal uit haar hoofd. En verder werkt ze op haar gevoel. Onder het mom “elk stuk hout is weer anders” gaan de planken de rookkamer in. Na een uurtje gaat ze eens kijken. “Nou, dat kan best nog wel iets langer”, beslist ze soms. Uiteindelijk wordt het hout toch weer wat lichter in de uren nadat het uit de rookkamer komt. Daarna gaat er een pigment olie op het hout. Van het zelfde laken een pak. Het lijkt dan bijvoorbeeld heel wit geworden, maar dat maakt niks uit, want na een paar maanden wordt het vanzelf weer donkerder. En dat dus precies met 99 kleuren.

Heel toevallig waren er net twee planken van een klus overgebleven in de kleur die wij hebben uitgekozen. Puur Muis Grijs. We hebben ze even op de grond gelegd.

Vond ik ze nou toch wat aan de lichte kant? Ik heb mezelf gerust gesteld met de gedachte dat ze over een paar maanden…..
Overigens verzekerde Tracey me dat wij beslist niet zulke knoesten in ons hout zouden krijgen. Deze knoesten waren juist de reden geweest dat de planken terug waren gekomen.

Als iedereen zich aan de afspraak gaat houden, is de trap donderdag in de juiste kleur afgewerkt. Ik haal hem dan weer op en breng hem naar Haarlem. Daar staat dan vrijdag om 07:30 (slik) Jan de Kruijf op de stoep. Hij denkt al voor de lunch alweer in zijn busje te zitten, onderweg naar een welverdiende Kerstvakantie.