Div

Joehoe we zijn zo moehoe

Ik schrijf deze blog, terwijl ik amper nog een theepot kan tillen. Zo super super moe ben ik en Hessel ook, maar supersuper voldaan. Vanmorgen begon vroeg na een nacht zeer goed en diep slapen. Heerlijk. Eerst naar de Bouwmaat om zakken te kopen (soort bouw vuilniszakken) en silicone kit in de kleur van de afvoer in de douche.

Daarna zette Hessel mij in Haarlem af, zodat ik alvast meer puin en stenen in zakken kon stoppen. Hij ging de trekhaak onder de auto monteren (nogal een shitklusje) en naar Jan Verburg om het karretje te halen (naar Jan Verburg is altijd een leuk klusje).

Toen ik klaar was begon ik alvast zakken stenen door de steeg te tillen. Heel snel al zag ik Hessel aankomen in de auto met het karretje.

In onze “tuin” stonden nog afschuwelijke dingen: een grote gore koelkast, twee TE lelijke bloempotten met KRANKzinnige lelijke boompjes (nog ongelooflijk zwaar ook), een composiet aanrechtblad dat zo zwaar is, dat je al moet huilen als je er naar kijkt, metseltroggen, en andere dingen waar je niks mee te maken wilt hebben. Ze hadden twee dingen overeenkomstig: ze waren allemaal zwaar en lelijk.

Hessel beitelde eerst het aanrecht kapot: leuk dat heel Haarlem centrum meteen wakker was.

Daarna laden (? wat is eigenlijk de verleden tijd van laden- even vraagje tussendoor) we zoveel zoveel mogelijk spullen in de kar. Koelkast, aanrecht, stenen, en de afschuwelijke bloempotten. Ondertussen regende het dus we waren binnen een uur volstrekt doorweekt.

Dat weerhield ons nergens van.

Hupsakee, daar gaat de gore koelkast: tot nooit meer ziens!

Toen we terugreden van de vuilstort vertelde Hessel me in de auto dat een medewerker van de vuilstort hem had gevraagd even te helpen met een sms-je schrijven. Hij had gevraagd: meneer schrijf ik dit zo goed? Ik ben zo dyslectisch dat ik het zelf niet weet. Hessel gaf aan dat je ‘succes’ eigenlijk met twee cc’s schrijft, maar dat het eigenlijk niet uitmaakte. Ontroerend vind ik dat soort intermezzo’s.

Enfin; wij maakten ons op voor ronde twee. Nu enkel stenen. Ik reed kruiwagen na kruiwagen met losse stenen naar de aanhanger en daarna zakken met stenen. En het regende maar door. Er leek geen eind aan te komen. Gelukkig hadden we nog chocolade, dat geeft mij altijd nieuwe kracht. Hessel werkte trouwens ook als een beest, dat u niet denkt dat ik het alleen deed!

Aangekomen bij de stort moesten alle zakken in de containers. Je moet ze dan dus uit de kar tillen en over de rand uitstrooien want dat zak mag niet mee. Ik dacht dat ik er in bleef.

Terwijl we bezig waren zei Hessel dat hij naar de WC moest. Ik besteedde er geen aandacht aan, want in geval van nood kan ik het makkelijk 48 uur ophouden. Na 10 minuten zei Hessel weer dat hij echt naar de WC moest. Ik zei dat hij het anders maar aan een medewerker moest vragen of hij ergens mocht. (en dan denk ik inderdaad “dat gezeur, hou even op met me”). In de auto maakte ik deze selfie: heel blij dat alle troep weg is maar vol-le-dig doorweekt en de modder zat ongeveer tot mn middenrif.

Hessel vertelde in de auto dat hij dus met de medewerker mocht meelopen naar achteren. Het was dezelfde jongen met het spellingsprobleem. (Een schat dus). Er was veel rumoer en geroezemoes onder de medewerkers achter. Wat was er aan de hand: er is een toegang bij de vuilstort voor particulieren, maar ook voor bedrijven (dat wist ik helemaal niet!). Bij de niet-particuliere vuilstort was zojuist een dierenambulance én een politieauto gearriveerd. (ik vind dat ook een gekke combinatie!). In de dierenambulance lag een dode hond. Die werd kennelijk afgeleverd bij de vuilstort (let that sink in people!!!, nog nooit geweten dat dat kon!), maar de politie eiste de hond op. (hoeveel elementen heeft dit verhaal waar je wat mee kan! ik raak er niet over uitgedacht deze avond!)

De medewerker zei tegen Hessel dat zij dachten dat het te maken had met de Mexicaanse drugsbendes die nu in Nederland actief zijn. Hessel antwoordde daarop dat het misschien te maken had met de miljoenen gecodeerde berichten waarvan gisteren bekend werd dat de politie met de criminelen had mee kunnen lezen. Hessel sloot af met de zin: “de hond wist waarschijnlijk te veel”.

Ik moest zelf gieren van de lach van die reactie van Hessel. De hond wist waarschijnlijk teveel. Maar de lieve medewerker van de vuilstort had er niet om gelachen.

Terug in de stad gingen we bij pompstation Hendriks eerst even de bandjes van het karretje oppompen. De eigenaar zit waarschijnlijk al 100 jaar daar achter de toonbank. Toen Hessel uit beleefdheid zei: “hoeveel kost lucht voor twee banden” antwoorde de man met een zware rokersrochel “twintig euro” ging toen zelf zo hard lachen dat Hessel dacht dat hij zou stikken in zijn rochel en zei toen “geintje”. Haarlemse humor mensen, je moet er van houden.

Vervolgens ging het karretje met veel dank terug naar Jan en bracht ik Hessel naar huis. Ik moest even langs mn ouders en Hessel wilde alles achter helemaal af maken. Lees: iets met een Kärcher… uiteraard.

Toen ik terug kwam zag het “tuintje” er helemaal top uit. Hessel zei: doe even alsof je op het terras heel zwierig een sigaartje rookt.

Nou, dit is dan mn aller aller zwierigst. Morgen is de afdeling Haak/Bos gesloten want ik denk dat we alleen maar als planken op de bank kunnen liggen. Vandaag was een heerlijke dag. Superfijn om van alle zooi af te zijn!