Div

Is Haarlem saai?

Je hoort sommige nuffige Amsterdammers wel eens suggereren dat Haarlem misschien een beetje suf en dorps zou zijn. Ha, ze hebben geen idee waar ze het over hebben. Des te langer ik nu in Haarlem rondzwerf, des te meer raak ik onder de indruk van de mogelijkheden van onze nieuwe thuisbasis.

Laat me een voorbeeld geven. Afgelopen weekeind had ik voor het eerst mijn overall gewassen. Hij stond stijf van het stof en het vuil, en hing vanmorgen herboren fris aan zijn hangertje klaar voor een nieuwe ronde. Nou was in het verleden al eens een kliksluiting van een van de schouderbanden kapot gegaan. Eén deel was verdwenen, en het andere deel van de sluiting zat nog vastgenaaid kapot te wezen aan de overall. Zie zo’n probleem maar eens netjes op te lossen in Amsterdam.
Ik ging op onderzoek uit in Haarlem. Op de hoek van onze straat zit Soelaart, een enorm grote kampeerwinkel, misschien wel groter dan de Amsterdamse Carl Denig. Binnen een paar seconden haalde de alleraardigste verkoper precies de kliksluiting die ik zocht uit de schappen. 1,79 Euro later stond ik weer op straat. Nou moest ik nog bedenken hoe ik het vastgenaaide gedeelte los kon krijgen, en hoe ik de nieuwe sluiting kon monteren. Misschien bij het leuke Turkse Naaiwinkeltje recht tegenover Soelaart? De allerliefste naaiTurk liet al zijn werk uit handen vallen, tornde de oude sluiting los, naaide de nieuwe vast, en vroeg beschroomd of 5 Euro teveel zou zijn. De hele operatie duurde misschien 8 minuten, en speelde zich af op kruipafstand van ons huis.

Toen ik helemaal representatief gekleed in mijn zo goed als nieuwe overall naar huis toe liep, werd ik vanaf een steiger vrolijk toegeroepen. Het was de straatklusjesman, die de blauwe gevel van de hashcoffeeshop  knalblauw aan het schilderen was.
Even verderop was een enorme transformatie aan de gang. De kapperszaak waar Annekes vader en ikzelf trouwe klant zijn, werd van een nieuwe gevel voorzien. Voorheen was de gevel een spuuglelijke witte tegelwand, eigenlijk net zoals onze eigen gevel. Nu de gemeente vakantie heeft, en Haarlem dus geen inspecteurs van bouw en woningtoezicht op de fiets heeft zitten, was het een goed moment om de hele gevel razendsnel glad te stucen, zo vertelde de eigenaar van het pand me.

Weer twee panden verder stond een enorme steiger. “Vergunning, daar doen we niet aan”, vertelde de eigenaar van dat pand me. Gewoon een steiger neerzetten, en de kozijnen gaan schilderen. Lekker fris!

Uiteindelijk kwam ik bij ons eigen huis. Daar was het hele gezin van de sprookjeswinkel tegenover ons druk in de weer. “Mogen we een stuk van het zeil even onder jouw bankje klemmen?”, vroegen ze. Ze waren alle vier nog helemaal blij van het afgelopen weekeind. Ze hadden op Castlefest gestaan, een festival op het Keukenhofterrein, waar de bezoekers zich vrolijk verkleed onbekommerd drie dagen lang aan hun fantasieën te buiten gaan. Het zeiltje had onder hun kraam gelegen, en ja natuurlijk mochten ze het vastklemmen en bij ons op de stoep schoonmaken.

Dat gaf me meteen de gelegenheid om even bij de overburen naar binnen te lopen. Het lieve Spaanse mevrouwtje had bonje gekregen met de eigenaar van “het Snorretje” en was met de noorderzon vertrokken. Nu was er een heel erg beleefd ouder echtpaar bezig met een aanpassing aan het interieur. Het zijn een Iraanse man en vrouw, die al 15 jaar in Nederland wonen, en nu voor het eerst een eigen zaak gaan beginnen. Het wordt een Pizza-zaak, met overdag misschien een lekker Hamburgertje en een frietje, vertelde de man me. Over twee weken gaan ze open.

Nou, zeg nou zelf, in zo’n stad wil je toch wonen? Ik ga dubbel hard aan de slag, zodat we zo snel mogelijk kunnen verhuizen. Ik kan niet wachten!