Het huis waar liefde woont

Waarschuwing: niet alle verhalenlijnen uit dit blog hebben direct te maken met de verbouwing. Soms slechts zijdelings. Soms heb ik de link echt zelf verzonnen.
Anyway. Vrijdag zaten we de auto toen de telefoon ging. Jan Verburg. Die had op het blog de struggle van Hessel met de gangmuur gelezen en waarschijnlijk tijdens het lezen wijselijk doch liefdevol met zijn hoofd geschud. Hij belde om te zeggen dat hij nog twee goede boeken had over “hoe een raaplaag” aan te brengen, dan wel te stucen, uit de jaren 50. Maar de methode was nog steeds goed. Ik zat ondertussen al ongeveer met mijn gebit in het dashboard van de lach, want het is heel leuk om Jan en Hessel samen een dergelijke conversatie te horen hebben. De wijze oudere vos, die de medium baby vos nog wat bij kan brengen. En zo is het maar net. Het ambacht moet overgedragen worden op volgende generaties anders sterft het uit. En Jan kan heel erg veel ambachten. Dat is een ding wat zeker is.
Hessel had alleen net die nacht (!) bedacht dat de muur in de badkamer die nog be-raaplaagd moet worden, de enige enkele muur is in de badkamer. Alle andere muren zijn dubbel, met een spouw ertussen. Fijn geïsoleerd dus. Het zou zomaar een goed idee kunnen zijn om deze kale muur helemaal niet te berapen, maar er gewoon een gipsplaten wandje voor te zetten. Isolatie materiaal ertussen, de waterleidingen in dat wandje wegwerken en dan afstrijken met een dun laagje stuc. Hessel en ik hebben er al over vergaderd en ik ben sowieso voor, dus we zien maandag wel wat het uiteindelijk wordt.
Vrijdagavond heb ik besteed aan het opruimen van de keukenkastjes. Bij Hessel thuis is niet onwijs veel ruimte, en ik heb inmiddels wel onwijs veel kruiden en wekpotten met van alles en nog wat. Soms wordt het zo’n troep dat ik geen overzicht meer heb. Nu ging ik dus alles uitzoeken en proberen te sorteren op “wat ik minder nodig heb”. Helaas heb ik alles elk moment van de dag accuut nodig. Dus het werd een lastige klus. Het is trouwens wel gelukt, maar ondertussen zette ik alles al in de mega keuken in Haarlem in gedachten. Zo veel ruimte; dat zal toch echt het Walhalla zijn. Zelfs Ottolenghi zelf heeft niet zo’n grote keuken denk ik.
Zaterdag liepen we even door de Cornelis Schuytstraat om kaasstengels te kopen voor onszelf en voor Karen, die die avond op bezoek zou komen in Haarlem. Bij een parfumerie viel Hessels oog op een groot hart van zeep. Nu denkt u misschien hoezo?!
Nou zo: in Portugal bij Evelyn en Marianne hebben we “onze eigen badkamer”. In die badkamer hangt in een hoekje een hart van zeep aan een touwtje als decoratie. Hessel -die oorspronkelijk nogal van de kwalitatieve geuren is- zei me al een paar keer: “O, weet je wat ik echt lekker vindt ruiken? Dat zeephart bij Ebi en Marianne, zo fris, zo, tja ik weet niet hoe ik het moet uitleggen”. Het heeft mij altijd nogal verbaasd van Hessel, maar goed, het is prima natuurlijk.
Maar nu: opeens lag daar het zeephart! Hessel wilde het meteen kopen voor ons nieuwe huis. Ik vond het prima, het ruikt een beetje chemisch naar Lavendel, maar wie ben ik om dit soort dingen te blokkeren. Dus hup, hart in de tas, mee naar huis.
Einde dag gingen we naar Haarlem. Karen was er al en had zoals Karen is veel te veel cadeautjes mee genomen. Allemaal dingen van Meeuwig, de olieman uit Amsterdam. Bijvoorbeeld Balsamico azijn met vijgen. Dat heb ik nog nooit gehad, maar het gaat exact passen bij iets wat ik al heb bedacht voor kerst. Karen vertelde dat Meeuwig en zijn vrouw niet meer op de Haarlemmerstraat bleken te zitten met een winkeltje, maar op de Hemweg in een loods die enkel nog op zaterdag open is. Volgens Hessel maakte Meeuwig exact mee wat er nu met Amsterdam gebeurd: Meeuwig begon ooit een winkeltje op de Haarlemmerstraat, waar toen nog alleen junks zaten en narigheid. De Haarlemmerstraat ging floreren, en nu rijden er enkel rolkoffertjes en zijn er Nutellawinkels, en nu zit Meeuwig zijn laatste dagen -ze leveren vooral nog aan restaurants en willen wat rustiger aan gaan doen- in een loods op de Hemweg. We zullen hun winkeltje missen, maar dank zij Karen hun olie niet!
Nadat Karen ons had geholpen met het kiezen waar de wc in de badkamer nu toch echt moet komen (aan de lange, dan wel de korte muur) en alle Avezaath kaaskoekjes opwaren, gingen we op pad. We aten gisteren bij Petossi, een nieuw restaurant op 5 minuten loopafstand van ons huis. Het was echt een topavond, en het blijft jammer dat we dan met de auto weer naar huis moeten. Er komt een dag dat we ook gewoon bij ons in de keuken kunnen eten en dat Karen zelfs zou kunnen blijven slapen als ze wilde. Maar goed. Nog even wachten. Thuisgekomen liepen we de trap op naar Hessels huis. Bij het open doen van de appartementsdeur kwam een warme lavendelgeur ons al tegemoet. Ik snapte niet waar het vandaan kwam. Tot ik doorliep naar de badkamer en achter het douchegordijn een groot zeephart zag hangen. Kennelijk mag het alvast in Amsterdam logeren, voordat ‘ie echt in Haarlem gaat wonen….
Fijne zondag allemaal!
Hahaha dat zeephart heb ik ooit van mijn zus “uit Haarlem” gekregen.
Wel even uitkijken wat het druppelt wel eens. Weet ook niet waarom en hoe dat kan maar idd de badkamer ruikt er lekker door.
Xx Ebi
Wat een heerlijk verhaal weer! Fijne welkome afwisseling tussen al de verbouwingslessen, haha. XX