Div, Het huis

We krijgen een wasmachine-bijkeuken

Dit wordt een lang verhaal. Met een happy end, want het sextheater is er ook bij betrokken.

DE INLEIDING

Het begon allemaal ruim een jaar geleden, toen we op het punt stonden om ons huis te gaan kopen. Ik was me serieus op de koop aan het voorbereiden, en zocht zoveel mogelijk informatie bij elkaar over ons huis en de geschiedenis daarvan. Zo kwam ik ook een uittreksel van het kadaster tegen, waarop de erfgrens duidelijk was aangegeven.

Wij zijn 9767, met onze bebouwing binnen de rode lijn, het sextheater is 9888, de achterste helft van het sextheater heeft een eigen nummer, 10305, en dan is er ook nog een klein stukje grond, met nummer 10306.

Dat stukje 10306 intrigeerde me. Het leek wel op ons grondgebied te liggen. Bij de aankopende en de verkopende makelaar ging geen belletje rinkelen. Ze hadden geen idee. Later, bij de notaris, stelden we de vraag opnieuw. “Wat is toch dat 10306?”  De notaris beloofde daar snel op terug te zullen komen, maar het bleef een paar maanden stil. Pas toen we om een andere reden opnieuw naar de notaris toe moesten, kwam het vreemde stukje grond weer ter sprake. Het bleek van de heer O te zijn.

DE EIGENAAR VAN HET PERCEEL

Dat vonden wij vreemd. Waarom zou een meneer O nou een piepklein stukje grond wat tussen ons en het theater in ligt bezitten?

Het perceeltje bestaat uit twee delen. Een stukje wat we “A” noemen, met daar aan vast een heel dun sliertje grond wat de verbinding vormt met stukje “B”. Op stukje A staat nu een soort schuurtje. Het is door het theater in gebruik als ontmoetingskamertje. Stukje B hangt als het ware boven onze tuin. Wij kunnen op de grond van B rondlopen, maar op een grote kolom rust daarboven een deel van de eerste etage van het theater.Daar moest ik meer van weten. Piepend en zuchtend kwam de notaris in beweging. Na bestudering van archieven bleek: “Meneer O is al 10 jaar dood.” Huh? Een overleden man was de eigenaar een stuk van onze tuin? Dat kan toch niet? Wat gebeurt er als iemand overlijdt met zijn bezit. “Dat gaat dan naar zijn erven. Maar daar mag ik u helaas geen gegevens van doorgeven, notaris geheim”. Op dit moment wisten we het zeker. Wij wilden het stukje grond kopen.

Goed, er was dus werk aan de winkel. Aan de kant; speurneus Haak gaat los. Het internet. Zoekterm: “O” en Haarlem. Na een avondje doorploegen, had ik een meneer O in de Achterhoek gevonden, met een connectie met Haarlem. “Ring-ring, goedenavond, sorry dat ik u zomaar lastig val, maar weet u misschien iets over meneer O uit Haarlem?” “Ja hoor”, zei de man, “dat is mijn broer”. Bingo!!
Zijn broer was al 10 jaar dood (ja, dat wist ik al), en had vijf kinderen.
Dat was minder goed nieuws. Als we het stukje grond wilden kopen, dan zouden alle kinderen toestemming moeten geven voor de verkoop.

Gelukkig wilde broer O me een weekje later, na veel wikken en wegen, het telefoonnummer van de oudste dochter geven. “Maar u moet wel weten dat het niet makkelijk is geweest, rond het overlijden. De broers en zussen hebben flinke ruzie gehad, en spreken elkaar geloof ik liever niet meer”. Een goed begin leek me. Ik belde de oudste dochter, laten we haar “de Oudste” noemen. “Goedemiddag, sorry dat ik….” ze had geen idee waar ik het over had. Een stukje grond? Uit een erfenis? Ze wist van niks.

DE HISTORIE

Het werd tijd om weer eens bij de notaris ten rade te gaan. Als wij het stukje wilden kopen, dan moesten alle vijf de kinderen dat aan ons willen verkopen. Maar dan waren we er nog niet. Want het perceeltje werd nu gebruikt door het Roxy sextheater. En die moesten er dan natuurlijk wel uit willen. Hoe lang zaten ze er eigenlijk al in? Ik ben opnieuw de archieven ingedoken. Koopaktes, kadastertekeningen, een berg papierwerk.

Het bleek zo in elkaar te steken: Negentien jaar geleden was meneer O eigenaar van nummer 77, het toenmalige bioscooptheater, en van nummer 79, ons huis, waar hij met vrouw en kinderen in woonde. In onze gemeenschappelijke achtertuinen was tot in de jaren tachtig een bioscoop gelegen. Nadat die bioscoop was afgebroken, heeft de heer O het hele achtertuinencomplex voor een gulden van de gemeente kunnen kopen. Negentien jaar geleden dus (onthou dat getal) besloot O zijn bezit te gaan verkopen. Hij verkocht het achterste gedeelte van het sextheater (10305 en 10306) aan meneer D. Laten we meneer D vanaf nu meneer Achterhuis noemen.
Maar meneer O bedacht zich later dat hij bij de verkoop een fout had gemaakt. 10305 en 10306 waren in die tijd nog 1 kadastraal nummer. Hij had per ongeluk ook een stukje verkocht wat hij zelf nog in gebruik had; zijn bijkeuken. Toen alle panden nog in zijn bezit waren gebruikte hij dat bijkeukentje als achterom, om zo vanaf zijn woning de bioscoop in te kunnen lopen, en nu kookte zijn vrouw er de bloemkool. De heren O en Achterhuis lieten het kadaster komen, en splitsten een klein gedeelte af. 10306. Met als nadrukkelijk voorwaarde, dat dat perceeltje eigendom van O zou blijven.

Nog een jaar later verkocht O de rest van zijn bezit aan meneer K, laten we die vanaf nu meneer Exploitant noemen. Meneer Exploitant kocht niet alleen ons huis van O, hij kocht ook nummer 77 van meneer Achterhuis. En ging daar exploiteren. Sex. Alles was nu van hem, behalve perceeltje 10306. Want dat waren de heren vergeten te kopen van meneer O. De notaris sliep, de heren Achterhuis en Exploitant sliepen, meneer O kon het allemaal niks schelen, en die bleef dus, zonder het te weten, eigenaar van een schuurtje en een overhangende eerste etage.

DE FAMILIE O

Hoeveel jaar geleden was dit alles ook alweer? Negentien jaar. En wat hebben we van de rijdende rechter geleerd? Wat gebeurt er na twintig jaar? Verjaring! Dus, als we het stukje grond werkelijk wilden kopen, dan moesten niet alleen de vijf ruziemakende erven mee willen werken, maar het moest ook allemaal voor februari 2017 rond zijn, anders zou het theater ons perceeltje via verjaring kunnen verkrijgen.

Vol gas zette ik in op de familie O. Ik sprak een paar keer per week met “de Oudste”. Het hele familiedrama werd met me gedeeld. Vader O was schatrijk geweest. En heel gierig. “Er was elke dag te eten, maar verder niks”. In zijn laatste levensjaren had hij de kinderen meermalen gezegd: “reken nergens op, als ik dood ga is alles op”. Volgens de oudste heeft hij woord gehouden. Hij bracht zijn laatste maanden door in het Casino van Zandvoort, de erfenis bestond uit 500 gulden per kind. Waar de kinderen dus ruzie over kregen. De jongsten verdachten de Oudste ervan dat ze geld achtergehouden had, en nu spraken ze niet meer met elkaar. Als ze al met elkaar spraken, dan was het over ons. En dat was soms niet al te best. Zo had de Jongste plotseling bedacht: “Laten we meneer Haak en mevrouw Bos hartelijk danken dat ze dit allemaal uitgevonden hebben, en laten we eens kijken of het Theater ons meer geld wil bieden”. Dan hing ik weer een half uurtje met de Oudste aan de lijn, die me beloofde dat ze haar best voor me zou gaan doen.
Dat krijg je ervan als je plotseling bij mensen op de stoep staat. Met een zak met geld. Meer geld dan ze de afgelopen jaren bij elkaar gezien hadden. Alle vijf de kinderen leven nu in grote armoede. Bijstand, alcoholisme, psychische chaos, het hele verhaal. Het is afschuwelijk maar waar, ons geld heeft de kinderen weer in harmonie bij elkaar gebracht. Uiteindelijk, na een paar maanden, hebben ze allevijf bij de notaris getekend. Wij waren de eigenaar van perceel 10306 geworden, onder één voorwaarde: het moest ons wel lukken om de verjaring te stuiten.

DE STUITING

Een verjaringsprocedure kent strikte regels. Eerst moet de eisende partij, liefst schriftelijk, de gebruiker van zijn bezit mededelen dat dat gebruik onterecht is. “Ik wil mijn bezit terug, en ik stuit de verjaring.”

En zo gingen er op 31 december 2016 drie brieven de deur uit. Een brief naar meneer Achterhuis, een brief naar de Roxy, en een brief naar meneer T, die de huidige eigenaar van het voorste gedeelte van het theater is. We noemen hem meneer Theater.
“geachte heren Achterhuis en Theater, mevrouw Roxy, bij deze laten wij u weten…….”

De volgende dag werd ik al gebeld. Door meneer de Makelaar, die optrad namens meneer Achterhuis. “Wij hebben uw brief ontvangen, maar weten eigenlijk niet goed wat wij ermee moeten. U heeft het over het achterste gedeelte van het sextheater, maar dat is toch negentien jaar geleden al aan meneer Exploitant verkocht? Wat zegt u? Is het volgens het Kadaster nog steeds bezit van meneer Achterhuis? Ah, dank u vriendelijk, u hoort nog van ons.”

De dag daarop belde meneer Theater. “Ik heb uw brief ontvangen, en zo te zien klopt alles wat u beweert. Perceel 10306 is inderdaad van u, dus daar komen we wel uit. Maar eh.., wie is eigenlijk meneer Achterhuis die ook in uw brief voorkomt?” “Dat is volgens het Kadaster de eigenaar van de achterste helft van uw theater”, sprak ik monter. “Hoe kan dat nou? Het hele theater is toch van mij?” piepte hij.

Het afgelopen half jaar hebben de heren Theater en Achterhuis besteed aan het ruziemaken over het theater. En ze zijn er volgens mij nog steeds niet uit. Maar de klok die tikt gewoon door. De verjaringsprocedure. Een half jaar na het versturen van de eerste brief, moet er een daad van rechtsvervolging ingesteld worden. Naar de rechter dus. Of, en daar mikten wij natuurlijk op, een stuiting door erkenning. De gebruiker van je bezit erkent, bij voorkeur weer op schrift, dat hij ten onrechte iets met jouw eigendom aan het doen was, en dat hij er afstand van doet.
Dat halve jaar is over twee weken voorbij. Het begon spannend te worden. Maar vorige week raakte alles in een stroomversnelling. We ontvingen een erkenning van meneer Achterhuis. Nu de anderen nog.
Vanochtend om half elf zat meneer Theater bij me op de koffie. Ook hij heeft getekend. De handtekening van Roxy krijgen we begin volgende week. We kunnen nu dus door. We gaan de familie O eindelijk hun koopsom betalen, en zetten de afspraken over de overdracht netjes op schrift. Meneer Theater stelde uit zichzelf voor dat we het schuurtje in december in eigendom gaan krijgen, en vroeg of hij de overhangende eerste etage nog tot december 2020 mocht gebruiken. Dat mocht.

Wij doen begin volgend jaar onze was in onze nieuwe bijkeuken. Die we misschien wel de O-kamer gaan noemen.