Warm bad

Nou, zo warm was dat bad helemaal niet, want Hessel en ik bleken over het bad een aangeboren verschil van instap-inzicht te hebben. Maar daarover later meer.
Nu ik vijf dagen per week werk, zoals gewone mensen doen, blijft er uitzonderlijk weinig tijd over voor het huis en allerlei andere aspecten van mijn leven. Zoals slaap. Vannacht sliep ik niet echt top, dus ik was moe. Maar we wilden wel even op pad, want van hangen wordt je nog moeër. Hessel zei: laten we even naar het huis gaan, dan kan je alles in het echt zien en dan zeg je “O, woow wat mooi” en dan gaan we even een korte wandeling in Elswout maken en dan rustig weer terug, eten koken strijken etc.
Aangekomen in Haarlem zei ik inderdaad en volstrekt terecht “O woow wat mooi” want het is ook spectaculair om de muur en de vloer in het echt te zien. En het huis an sich, want ik ben er al best lang niet geweest.
Bovengekomen keken we ook even in de badkamer en ik zei: zal ik even in bad gaan zitten om te voelen hoe het is? Zonder het antwoord af te wachten stapte ik in, zoals ik normaliter zou/ ga doen.
Dat is dus zo met mijn rug naar de linkerkant en mijn voeten rechts, zodat ik leuk overzicht heb over de hele badkamer.
Hessel keek verschrikt en vroeg: “Wat doe je nou? Je moet andersom zitten, zo is de kraan etc ook aangelegd”.
Ik wilde best even zo gaan zitten.
Maar volgens mijn ingebouwde Feng Sui is dat totaal off base. Zo klopt het gewoon niet. Gevoelsmatig.
Hessel zei dat het extra strookje tegels waar we de shampoo en douchegel etc opzetten ook aan de rechterkant zit, zodat we dat vanuit de douche makkelijk kunnen pakken. Dat lijkt mij dus perfect als je in bad zit, want dan staat dat bij je voeten en kan je dus makkelijk naar voren reiken om het te pakken. Anders moet je je in bad helemaal omdraaien om het te pakken en iedereen weet hoe onhandig dat is.
Aangezien ik de enige ben die in ons huishouden in bad gaat zitten, komt de zitting dus links. En zijn we allemaal heel blij dat ik vandaag langskwam om hier achter te komen.
Dus dat was al veel intensiever allemaal dan “O, woow, zeggen” maar er kwam nog meer. Geheel onverwacht en ongepland gingen we ook nog eens goed kijken wat we van de slaapkamers vonden.
De logeerkamer is klein, maar fijn en het bed (mijn bed) past er goed in.
De vraag is wat we met de deur doen. Doen we een schuifdeur (advies van Stock) of een gewone deur, en indien het laatste: hoe gaat die open? Hij blokkeert namelijk of de douchedeur of de gang en hoe erg is dat allemaal?
Omdat ik van alles ben, maar geen abstracte denker, deed Hessel de dichte deur na:
En daarna de open deur.
En opeens bedachten we (lees Hessel) dat het ook mogelijk was om de gang iets smaller te maken en dus de kamers iets breder. Opeens klopte alles. De zichtlijn in de gang, de ruimte in onze slaapkamer voor een bedtafeltje, de ruimte in de logeerkamer voor de deur.
Nu is enkel nog de vraag ‘schuifdeur’ of ‘gewone deur’. Schuifdeur heeft veel voordelen. Enige nadeel is dat we graag geen modern huis willen. Bij een gewone deur kan je een mooie architraaf plaatsen (= mooie rand) en eventueel lambrisering vanuit het trappenhuis. Met schuifdeuren kan dat niet en loop je de kans dat het wat kouder voelt. Daar denken we dus nog even over. Ik ben nu voor schuifdeur, maar na een nacht goed slapen – wat ik vanavond ga doen- kan het switchen.
PS: ik heb het trouwens onwijs leuk op mijn werk en vind het heel spannend en intensief, maar ook leerzaam en vaak hilarisch. Maar goed, daar gaat het blog niet over. Geen zorgen om mij dus dat ik een beetje moe ben. Dat is slechts tijdelijk. Zoals bijna alles is. Behalve ons huis haha.
Fijne week allemaal! XA