Vloerverwarming

Toen ik om 07:45 bij het huis aankwam (ja, echt waar) stonden de busjes met aanhangwagen van Ron en Paco al voor de deur. Een half uurtje later kwam ook Bart met een volgeladen bus voorrijden.
Vloerverwarming. Eindelijk.
Waar ik gisteren in mijn eentje de kracht niet voor had, draaiden de jongens vandaag hun hand niet voor om: de tafel, de bank en een paar massieve deuren staan vanaf heden in de tuin. Dat is nu nog een zooitje, maar morgen of overmorgen ga ik daar wel wat aandacht aan besteden.
Toen was de woonkamer echt helemaal leeg. Binnen de kortste tijd was de ondervloer van isolatieplaten gelegd. 4 centimeter dik, aluminium toplaag, daardoor krijgt optrekkende kou geen kans. Het leek wel een ijsbaan.
Ik werkte met de laatste klusjes voor de mannen uit. Zo moesten er nog twee deurposten afgezaagd worden, en stonden onze stalen kolommen nog met hun voeten in het tattoo-shop-beton. Daarna ging ik met de kantisolatie in de weer. Enorme rollen blauw schuim, met een plakstrook, moesten tegen de wand geplakt worden voordat de noppenplaten gelegd konden worden.
Rond half elf was dat zover, en werden de eerste noppenplaten geplaatst. Door die noppen worden morgen de verwarmingsbuizen gevlochten.
Het was per fase wel even wennen. Na de isolatielaag leek de woonkamer al veel lager, na de noppenplaat nog veel lager, en dan komt er straks ook nog zes centimeter anhydriet en parket op. Als het maar geen lage Almere woning gaat worden. Het valt vast wel mee. We kunnen er in elk geval wel op gokken dat er niet veel mensen kunnen zeggen dat ze een verzonken open haard hebben. Wij wel.
Bart en Paco werkten lekker in de woonkamer door, en ik ging de keuken verder leeghalen. Al het losse spul staat inmiddels op de slaapetage. We lijken daar wel op een kringloopwinkel.
Na de woonkamer was de gang aan de beurt, en rond een uur of half vier lag de eerste plaat in de keuken. Met vereende krachten hebben we de trap die naar de slaapetage leidt opgetakeld. Die hangt nu twintig centimeter boven de vloer. Bart en Paco gingen toen keurig om vier uur naar huis, en, net als een echte bouwvakker, moe maar voldaan, stapte ik vijf minuten later ook in de auto.