Scherven brengen geluk.

Na drie heerlijk weken bij Evelyn en Marianne in Portugal was het vandaag tijd om weer eens in Haarlem te kijken. Ik had er echt zin in, want ik heb bijvoorbeeld het daklicht in de badkamer en de wc beneden nog nooit in het echt gezien. Ook vroeg ik me af hoe het zou ‘voelen’ als je er zo lang niet geweest bent. Heel stom of juist heel vrolijk en vertrouwd?
In de auto vertelde Hessel me dat hij op Funda een huis in onze straat te koop zag staan, wat net een sprookjeshuis was. Ook meer dan 200 m2 maar dan met heel veel kamer(tjes) en de tuin die aansluit op de tuin van De Egeleantier. Het is dit huis. Echt heel bijzonder. Ik ben er al heel vaak langsgelopen maar nooit geweten dat er zo’n heel pand achter de voordeur verborgen zit.
Ok, dat even als tussendoortje. Vraag die ik tijdens de vakantie ook soms had was: zou er stormschade of zoiets dergelijks zijn? Of misschien een inbraak? Gelukkig was dat er helemaal niet. Het huis lag vrolijk op ons te wachten en toen ik de keuken inliep werd ik haast getroffen door een golf van geluk. Het is gewoon zo’n te gekke ruimte. Ik ging meteen thee zetten en een lapje over het aanrecht halen.
Hessel ging ondertussen voor het allereerst ooit naar zijn urinoir. Hij vond het top. Het urinoir doet het heel goed en hangt wat mij betreft ook op genoeg afstand van de gewone wc.
Toen ik voor het eerst het badkamerraam zag, zag ik ook dat er heel veel glas op de vloer lag. Hoe kon dat nou? Voor ons vertrek had Hessel als ‘maquette op ware grootte’ even een oude douchedeur los in de ruimte gezet, waar later onze glazen muur van de douche komt. En hij was vergeten die weg te halen. Dus door de wind was de deur omgeklapt en in duizend stukjes uit elkaar gevallen.
Nadat we alles hadden opgeruimd kwamen Thomas en Barbara even op bezoek met de kids. Zij deden namelijk “een weekendje Haarlem” Ja lieve mensen in Amsterdam, dat kan allemaal. Erg geestig toch?
Ze waren al een tijdje niet geweest en vonden alles geweldig wat Hessel had gedaan. (Klopt). Helaas heeft Bar haar ogen net dicht op de foto. Enfin, kan gebeuren.
En vervolgens gingen we even aan mijn ouders laten zien hoe bruin we geworden waren. Ze zaten in de tuin en die leek heel erg op een tuin van Harry Pierik! Ik vond het echt heel knap en mooi en mijn moeder reageerde met een “ach ja, dat doe ik gewoon zelf” (!). Vanuit mijn tuinstoel viel mijn blik op een gigantisch spin. Toen ik mijn vader daarop wees, zei hij: ‘Ja, laten zitten hoor, ik heb zoveel respect voor die spin. Moet je kijken hij maakt een web helemaal van de schutting tot daar (ongeveer twee meter verder) en helemaal in z’n eentje gebouwd.”
Het deed me aan iemand denken…
Mijn moeder voegde er nog aan toe: “Hoeveel wol moet je dan wel niet in je buik hebben!” Maar ze vond het zielig dat de spin zo weinig ving. Eigenlijk niks. Nou, Dat kon Hessel wel even uitleggen. De spin had namelijk heel groots, maar heel slordig gewerkt. “De gaten in zijn web waren veel te groot, dus daar lachen de vliegen zich natuurlijk gewoon rot om.” Hij wees mijn moeder op een andere spin, die wel secuur had gewerkt en ook duidelijk al beet had.
Mijn moeder vond het geloof ik net als ik toch rot voor spin 1, want die had toch ook echt inzet getoond en daar houden wij Bossen van. Het resultaat telt in ieder geval bij mij moeder en mij niet zo heel erg.
Nu lijkt het wellicht dat mijn ouders echt niks te doen hebben en dat ze samen de hele dag de spinnen in de tuin aan het bestuderen zijn. Dat is niet het geval. Maar ze hebben wel oog voor de schoonheid van de natuur, en omdat dit verhaal toch ook over bouwen en constructies gaat, kan ik het niet laten het toch even op te schrijven.