Het huis

Natuurkunde voor Dummies

Afgelopen vrijdag, toen we met Karen in Haarlem waren, had ik al gezien dat de eerste laag Kalkmortel die ik in de gang aangebracht had, rustig aan het drogen was, en helemaal niet van zins was om van de muur af te vallen. De eerste laag was gelukt.

Vandaag was het daarom tijd voor de tweede laag. Ik had het afgelopen weekeind nog wat op het internet rondgeneusd, en ik was verschillende mengverhoudingen voor de mortel tegengekomen. Ik had de eerste laag Kalmortel met 2 kilo cement per zak van 25 kilo aangemaakt, maar er was met enige regelmaat ook sprake van een mix van 2,5 kilo per zak. Onze tweede laag ging 2,5 kilo krijgen had ik besloten.
Vorige week had ik het cement afgewogen met mijn personenweegschaal die ik uit Amsterdam had meegenomen. Vandaag was ik klaar om aan het werk te gaan, toen ik me met een schok realiseerde dat de weegschaal nog gewoon bij mij thuis in de badkamer stond. Wat nu te doen?
De eerste impuls in zulke gevallen is een wandelingetje naar van den Boogaard. De ijzerhandel die altijd alles heeft. Een weegschaal. Ja, die hadden ze. Het was een vrij klein exemplaar, niet echt handig, maar erger nog, hij moest 32 Euro kosten. De keuze was snel gemaakt. Een zak kalkmortel kost 3 Euro en 40 cent. Voor de prijs van die weegschaal kon ik bij een onjuiste mix de mortellaag tien keer van de muur af schrapen, en een nieuwe poging doen.

Het was de hoogste tijd voor wat doe het zelf knutselwerk. Een weegschaal, hoe werkt die eigenlijk? Je hebt een arm nodig. Des te langer de arm, des te nauwkeuriger de balans. Ik had van onze dakverbouwing nog wat draadeinden over. Dat zijn lange stukken staal, met over de hele lengte een schroefdraad. Om de balans zo soepel mogelijk te laten bewegen, moet hij een zo klein mogelijk scharnierpunt hebben. Een stuk elektradraad zou perfect zijn. Ik hing een elektradraad op aan de trap, en bond het uiteinde strak om het draadeind. Zo kon ik het draadeind als het ware van links naar rechts door de draad schroeven.

Nu moest er de ene kant van het draadeind iets komen te hangen, wat een kilo zou wegen, zodat ik aan de andere kant een kilo cement kon hangen. Maar eerst moest ik bedenken waar het cement in moest. In een emmer natuurlijk. Twee gelijke emmers had ik niet, maar door aan beide zijden twee verschillende emmers te hangen, en het draadeind in de draad te verplaatsen, bereikte ik met wat geduld toch het perfecte evenwicht.

Nu nog een voorwerp van een kilo vinden. Ah natuurlijk, de Spafles die ik altijd gebruikte om de Hertzhoorn die we van Mijntje hadden gekregen water te geven. Een liter water is immers precies een kilo.
De volle fles ging in het rechter emmertje.

In het linker emmertje schepte ik net zolang cement, totdat de weegschaal weer in balans was.

Gelukt. Exact één kilo cement. In de fles bleken precies 4 afgemeten wijnglazen water te passen. Een volle fles min twee glazen is dus een halve kilo. En zo had ik na een kwartiertje klooien mijn afgemeten 2,5 kilo cement klaar om door de mix te gaan.
De rest was een makkie. Ik heb inmiddels aardig de slag van het berapen met Kalkmortel te pakken. Niet te droog, en, zo heb ik van Jan Verburg geleerd, bovenaan beginnen. De muur is nu netjes vlak, precies een centimeter onder het niveau van de bestaande stuclaag. Als de stukadoors op een dag in ons huis aan het werk gaan, is het gangetje tip-top voorbereid.