Het huis

Lood in de goot

Doordat ik voorheen een beetje slapjes was, is het laatste afwerken van ons nieuwe dak er bij in geschoten. Het is natuurlijk al lang lekker warm en waterdicht, maar de stroken lood tegen het huis van de buren moesten nog bevestigd worden.
Vandaag was ik weer zo mobiel, dat ik een uurtje of wat in de miezerregen op het dak heb doorgebracht. En net als vanouds ga ik er een (saai?) technisch blogje over schrijven.

Bart had stroken lood van een meter lengte achtergelaten, en Paco had me een handvol klemmen geschonken. In een ver verleden sleep men een gleuf in de specielaag tussen de bakstenen, stopte daar een strook lood in, sloeg een rolletje lood in de kier om een en ander mee vast te zetten, streek alles af met nieuwe mortel, en ging dan rustig wachten totdat het lood een paar jaar later weer vanzelf uit de muur viel.
Tegenwoordig gaat dat anders. Tegenwoordig vouw je eerst een randje van ongeveer een centimeter om, en klopt dat zachtjes aan. Die opgevouwen strook gaat ongeveer 4 centimeter in de gleuf in de muur, en de rest van het lood wordt dan netjes omlaag gevouwen.
Dat had ik gelezen. Maar dat had ik nog nooit gedaan. Het was een leuk klusje. De rand van ons nieuwe dakluik was een ideale mal om het buigen en kloppen op te doen. De foto is wonderlijk onscherp, maar het geeft toch een aardig idee van mijn knutselwerkje.

Als de strook lood eenmaal in de muur zit, dan sla je er een loodklem in. Een heel sterk verend stukje dubbelgevouwen roestvrij staal.

Vervolgens steek je een schroevendraaier in de klem, en sla je hem met een hamer zo diep mogelijk de muur in.

Het is heel goed gelukt! Morgen ga ik de gleuf opvullen met een mortel, en dan is het dak voorlopig helemaal af. Laat dan de winter maar komen.