Ik was eindelijk weer aan het werk, en ik kon het nog

Het was een ouderwets leuke dag. Ik was al ruim een maand niet meer in Haarlem geweest. Na elke vakantie krijg je gedurende de eerste paar minuten dat je thuis bent de kans om je huis heel even met nieuwe ogen te zien. Ik was vergeten hoe groot ons huis was. Ik was vergeten hoe goed ik het vorige maand had opgeruimd. Ik was vergeten hoe ver de verbouwing eigenlijk al is. Ik keek de eerste paar minuten mijn ogen uit. Wat een fantastisch huis gaan we krijgen!
Nu ik eergisteren bij de trappenmaker op inspectie was geweest, voelde ik vandaag heel sterk dat ik me de komende tijd eens moest gaan focussen op ons toekomstige trappenhuis. Daar moeten muren gaan komen, die moeten gestuukt gaan worden, dan kan de trap op de millimeter ingemeten worden, en een week of zes later lopen we over onze eigen nieuwe trap naar boven.
Op de plaats waar de oude trap vanochtend stond, moet de muur van de logeerkamer komen. De oude trap moest verplaatst.
Het is een flinke trap. Loodzwaar. Eigenlijk geen klusje om alleen te doen. Maar ja, ik was goed uitgerust en vol energie, dus ik ben gewoon op goed geluk aan de verplaatsing begonnen. Eerst heb ik een paar balkjes neergelegd, die er voor zorgden dat de trap niet onderuit kon glijden, zie de foto hierboven.
Met een stevig touw bond ik de bovenkant aan de veiligheidsleuning van de slaapetage vast. Onder de trap plaatste ik een houten frame wat ik nog had staan, om hem te ondersteunen. En toen, stukje bij beetje, kon ik hem onderuit laten zakken. Hij moest onder de houten balk door, en dan in het vak ernaast weer omhoog.
Op de foto hieronder was ik al aardig opgeschoten, ik had het touw al eens verplaatst, en de trap zat al bijna helemaal in zijn nieuwe vak, links tegen de stenen muur aan.
Toen hij in het juiste vak stond heb ik hem weer langzaam onhoog kunnen wrikken en hijsen en duwen.
Hij moest niet alleen van vak verplaatsen, hij moest ook gedraaid worden, want ik moest er natuurlijk uiteindelijk ook de slaapkamervloer mee kunnen bereiken. Naarmate hij rechter op stond, was hij beter te hanteren. Ik kon hem centimeter voor centimeter draaien, nog steeds geholpen door touwen en de houten frames.
Uiteindelijk was hij een kwart slag gedraaid, en stond hij tegen de slaapkamervloer aan.
Ik wist diep in mijn hart de hele tijd al dat dit hem niet zou gaan worden. Om boven te komen moest je steeds heel kruip-door-sluip-door onder de balk door bukken. Maar verder draaien kon niet. De trap zat ooit “zuigend” tussen de balk en de muur in hetzelfde vak waar ik hem nu ingezet had, maar dan andersom. Toen kon je hem van onderaf tussen balk en muur steken, maar nu was er geen “van onderaf” in de richting waarin ik hem wilde hebben. Daar was inmiddels een muur met een vloerverwarming-unit. De enige manier om hem verder te draaien, was ruimte maken.
De balk moest doorgezaagd gaan worden. Dat was natuurlijk altijd al het plan, maar hij was tot nu toe zo lekker bezig geweest om een stukje douchevloer te ondersteunen, ik dacht het pas te gaan doen als de nieuwe trap er was.
En ja hoor, daar was hij weer: de constatiel poot van Jan.
Toen de balk mooi op spanning ondersteund was, ging de reciprozaag er in. Weg met die balk.
In de rangeerruimte die nu ontstaan was, liet de trap zich netjes verder draaien.
Hij kwam met zijn onderkant bij de muur met vloerverwarming-unit terecht, en paste daar wonder boven wonder precies tussen alle slangen en pijpen. Ik heb twee klosjes op de grond gelegd om hem een beetje op afstand te houden, en kon me toen op de bovenkant focussen. Het trapgat was te klein voor deze trap. Hij stond te schuin. Dat bracht me bij het laatste deel van de operatie. De bovenste twee treden heb ik er af gezaagd. Hij komt nu een beetje vreemd uit, de laatste trede is een rare grote opstap, meer hee, het is maar voor een paar weken.
Inmiddels had ik alle oude veiligheidshekjes ook weggehaald, het zag er lekker opgeruimd uit. Op de plek van de afgezaagde balk links van Jan’s poot is nu een leeg stukje balk te zien. Daar komt later een definitieve stevige houten staande balk, die de douche voor altijd gaat ondersteunen.
Voor nu is het mooi zo. De trappen-man heeft werkruimte om straks de nieuwe trap te plaatsen, de Polen kunnen lekker afstuuken, en ik kan de badkamer en logeerkamer muren gaan bouwen.
Netjes om vijf uur klokte ik uit, om kwart over vijf zat ik in de auto, om zes uur stond ik onder de douche, en om kwart over zes zaten we heerlijk te eten van de Ottolenghi maaltijd die Annie ondertussen gekookt had. Alles was weer net als vroeger.