Slaapkamers

Hoogtevrees

Ik loop er niet echt mee te koop, maar eigenlijk heb ik enorme hoogtevrees. Ik voel me al een beetje wankel als ik op een stoel sta. Maar ja, daar heb je niks aan als je een bouwvakker wil zijn. Dan moet je gewoon af en toe de hoogte in.
Zoals vandaag. Het geraamte van de trappenhuismuren was klaar. Nu moesten ze van plaatwerk voorzien gaan worden. Sommige wanden krijgen een dubbele laag gipsplaat, maar de wand waar straks de trap tegenaan komt te staan, die wand wilde ik eerst met hout bekleden, en daar later weer een laag gipsplaat overheen. Het klinkt anders zo armoedig hol, als je de trap oploopt en tegen de muur zou tikken.

Operatie OSB plaat ging van start. Vroeger werden al dat soort platen slechts in één maat geleverd: 122 x 244 centimeter. Gelukkig bestaat er tegenwoordig ook een “halve” maat, met rondom mes en groef. OSB is een bijelkaar geperst en gelijmd mengsel van houtsnippers. Niet stevig genoeg om op te lopen, maar meer dan stevig genoeg voor een muur als de onze. Het kost maar een fractie van de Underlayment platen die we op de slaapkamervloer gelegd hebben, en straks zien we er niks meer van vanwege de gipsplaat en stuclaag die er bovenop komen.

Eerst moesten er draadeinden weggeslepen worden. Met deze bouten zit de stalen balk die we alweer lang geleden aangebracht hadden bevestigd tegen de houten balk. Volgens mijn berekeningen zouden de overblijvende moeren precies weg kunnen vallen in de OSB plaat, en dan later afgedekt gaan worden door een gipsplaat.

Ik had de kleine platen gekocht, 61 x 244 cm. Dat valt in je eentje te hanteren. maar het is toch nog een respectabel gewicht. En ons trappenhuis is hoog. Heel hoog.
De steiger van Jan Verburg (of eigenlijk van de zoon van Jan Verburg) bracht uitkomst. Met de vlonder op de hoogste stand, en daarbovenop mijn keukentrapje kwam ik een heel eind. Zie de foto boven dit blog.
Ik kwam alleen niet hoog genoeg. Waar geen foto van is, en waar ik een therapeutische bouwervaring mee had, is onze uitschuifladder. Uiteindelijk stond ik met een loeizware plaat hout, balancerend op een ladder op een steiger, met twee houtklemmen in één hand om de plaat tegen het geraamte aan te klemmen, net te doen alsof ik het helemaal niet eng vond.

Het lukte. Ik had twee gaten in de plaat gemaakt op de plek waar de moeren zaten. Ze pasten er lekker overheen.

Maar Hessel, hoe ziet het resultaat er nu dan uit, hoor ik u al vragen? Nou, het ziet er geweldig uit. Twee platen OSB en een honderdtal schroeven verder, was dit ons trappenhuis:

En omdat ik nu de slag te pakken had, en vrolijk de ladder op en af klom, heb ik ook de derde plaat gemonteerd. Van onder af gezien is het trappenhuis enorm hoog, het lijkt wel een liftschacht

Wonderbaarlijk hoe het huis veranderde. Niet alleen op de trap, maar ook op de slaapetage.

We hadden plotseling de contouren van de logeerkamer in zicht.

Dat gaat echt een gezellige kamer worden, met die twee grote ramen. Klein, maar toch niet propperig.
Weet u nog dat ik het linkerraam van een nepkozijn voorzien had? Het oorspronkelijke raam loopt verder door, tot in het trappenhuis. De foto hieronder is van een tijdje geleden.

De houten balk links voor het raam is nu de nieuwe muur geworden. Het raam ziet er inmiddels echt uit alsof het altijd al zo smal geweest is.

Nu eerst even rustig weekeind. Maar ik kan eigenlijk niet wachten om maandag weer door te gaan. Al het verbouwen is leuk, maar het is extra fijn om zulke grote veranderingen te zien.