Hoe nemen we een besluit over de deuren op de slaapetage?

Ooit, lang geleden, waren we bij Stock. Die zeiden ergens in een tussenzin na het zien van onze tekeningen van de slaapverdieping met de grote kastenwand in de gang: ‘je moet daar schuifdeuren tot aan het plafond nemen’. Ergens hebben we dat in ons achterhoofd opgeslagen.
Ooit heeft Hessel in zijn slaapkamer in Amsterdam een hele mooie kastenwand gebouwd met oude paneeldeuren (ongeschilderd) die we her en der hebben gezocht en aangekocht. Ze passen precies bij de oude deuren die al in zijn appartement zitten. Ik vind de deuren “typisch Hessel” en heb ook altijd het gevoel gehad dat we deze deuren mee gaan nemen naar ons nieuwe huis. Misschien heb ik een onbewust gevoel dat het toch heftig is dat hij zijn geboortehuis waar heel zijn familie (opa, oma, vader, moeder, tante en broertje) ooit hebben gewoond, gaat verlaten. En dat we daarom kenmerkende elementen van hemzelf moeten meenemen naar Haarlem. Misschien dat ik bang ben dat hij zich anders niet thuis zal voelen.
Mijn oudste broer heeft ooit zijn vrouw gevraagd om haar hele land te verlaten, en dat vond ik al mindblowing, maar Hessel uit Amsterdam, uit zijn familiehuis ‘halen’, vind ik ergens ook altijd een spannend gegeven. Om het eventuele leed te verzachten heb ik dus altijd gevonden dat ‘de deuren mee gaan punt’.
Dus ergens in mijn hoofd opgeborgen waren twee dingen opgeslagen. Eén: de deuren gaan mee. Twee: iets met schuifdeuren. Daar zit iets paradoxaals in, maar dat kon ik vrolijk twee jaar voor me uitschuiven, dus ik had er geen last van.
Tot zaterdag. Toen waren we even in Haarlem en ging het gesprek richting de deuren. Toen werd het opeens concreet. Gisteren werd het opeens helemaal concreet, want Hessel had een meneer op bezoek gehad die schuifdeuren maakt. Met hele mooie railsen, dat ze soepel glijden en alles er op en er aan. Hessel was behoorlijk enthousiast. Wat ik gek vond op zich. In Hessel’s hoofd was het namelijk als volgt gegaan.
Hij heeft een heel sterk gevoel dat ons huis een ‘oudere/klassieke’ uitstraling moet hebben en dat heeft de woonkamer van zichzelf, maar het achterhuis noemden wij altijd ‘de caravan’, ‘de sportkantine van een amateurclub’ of iets anders Vinkeveens-achtigs. De trap wordt klassiek en die loopt over in de slaapverdieping, dus Hessel heeft lange tijd het fenomeen ‘schuifdeuren’ genegeerd omdat dit zou clashen met de stijl. Langzaam maar zeker is dat in zijn hoofd gaan veranderen. Het begrip schuifdeuren heeft zich ingenesteld in zijn gedachten en de voordelen bleken eindeloos. De deur van de logeerkamer zal meestal open staan, waardoor de gang meer voelt als een soort vide, de zichtlijn langs de kasten door de gang naar het einde van de slaapkamer is top met schuifdeuren, het geeft de hele verdieping meer elan. Stock had eigenlijk een visionair idee gehad. In de bijbel noemen ze dat ‘hij overwoog het in zijn hart’ en zo overwogen wij los van elkaar vrij veel in ons hart ten aanzien van de schuifdeuren (daar hadden ze in de bijbel natuurlijk nul last van) maar vandaag moesten we er over praten.
Hoe de muren komen, is afhankelijk van de deuren die we kiezen. De begroting voor de deuren is ongeveer 4.000,-. Het plaatsen van gewone deuren natuurlijk veel minder.
Ik sprak uit dat gezien ons niet onbeperkte budget, ik in mijzelf niet voelde dat schuifdeuren mij intrinsiek gelukkiger zouden maken. Een vloer in de keuken en de woonkamer en de tegels in de badkamer zijn echt dealbreakers, maar dit niet. Echter, Hessel vindt dat je dit soort keuzes niet op die manier moet maken.
What would you do if money wasn’t an object? Tja, dán zou ik schuifdeuren nemen natuurlijk. Maar ik zou niet ongelukkig zijn als we dat niet deden. Sterker, ik ben sowieso niet ongelukkig.
Ik dacht dat Hessel gewone deuren zou kiezen. Maar die zei tijdens het opscheppen van het tweede bord eten: ‘ik zou voor schuifdeuren gaan’. Opeens vertelde hij me alles wat hij had bedacht. Dus ik zei: ‘ok dan doen we dat’. (Dat is eigenlijk altijd mijn reactie als Hessel dingen over het huis zegt die aard- en nagelvast zijn). Maar toen zeiden we dat money wel een object is. Dus toen zei ik dat we het niet deden.
Maar toen ging Hessel na het eten een foto bewerken…. Nu zit ik zelf in de reclame en weet ik dat je alles kan verkopen met een goed plaatje. Dus ik zette me schrap. Want ik huil al bij de Merci reclame met kerst en zou nu ook voor de bijl gaan. Here we go.
Zo heeft Hessel er vanmiddag voor zijn eigen beeldvorming even deuren in gezet.
Zo ziet het er uit (schets) met gewone deuren. Een gewoon gangetje met twee niet heel grote slaapkamers. Knus, kneuterig, niks mis mee.
Zo ziet het er uit met openstaande schuifdeuren. Ik voel transparantie, luchtigheid, elan, elegantie. Alsof het een heel grote kamer is, met daarin een kleinere unit waar je óok kan slapen.
Het besluit is nog niet genomen, maar ik denk dat Hessels paneeldeuren ook geweldig zullen staan als kastenwand in de bij-keuken. Dat zou de boel daar echt ophalen. Dat ik dat niet eerder heb bedacht…