Daklichtdag

Om acht uur stipt zette Mariusz Zbisjek op de stoep van de Willemsparkweg af. Zbisjek had nog wat klein werk af te maken in de badkamer van het bovenhuis, maar zijn belangrijkste rol vandaag was de rol van Poolse Spierbal, en hij mocht met mij meerijden.
Het dakluik zou geplaatst gaan worden. Bart stond al te popelen toen we rond half negen arriveerden, maar helaas voor ons allen: het regende pijpenstelen.
Bart begon om de tijd te doden alvast met de demontage van de CV ketel die in ons achterhuis hangt, en die verplaatst gaat worden naar het bovenhuisje; Zbisjek begon te klussen in het badkamertje, en ik keek steeds ongeduldig op de weer-app op mijn telefoon, om te zien wanneer het eindelijk droog zou worden.
Rond 10:30 was het zover. Zbisjek nam plaats op het kamersteigertje van Jan Verburg, vlak onder het te zagen gat, om de losgezaagde stukken hout op te vangen, en Bart sjouwde het dakdekkersspul de trap op. Ik startte de elektrische zaag, en zag binnen een paar minuten het bezaagselde hoofd van Zbisjek onder het bitumen vandaan komen. Een historisch moment, het gat was gezaagd.
De mannen sjouwden daarna het ellendig zware daklicht (waar Annie ooit nog onbedaarlijk om heeft moeten huilen) met groot gemak van uit de keuken naar de woonkamer. Daar aangekomen hielden we stafoverleg. Wat nu te doen? Inpakken in de zware sjorbanden die ik gisteren speciaal voor dit doel gekocht had?
Nee, Bart had een beter idee, laten we hem gewoon op het steigertje tillen, en daarvandaan het dak op duwen. Waar ik al weken een beetje tegenop gezien had, het naar boven krijgen van het honderden kilo’s zware dakvenster, bleek een fluitje van een cent.
Terwijl ik op het dakje interessant foto’s stond te nemen, wipten Bart en Zbisjek het hele zaakje het dak op.
Inmiddels was de zon gaan schijnen, de vogels floten, Bart kon de branders starten en ook Annekes vader was gearriveerd. Toen hij Bart waarschuwde vooral voorzichtig met dat vuur te zijn, er waren in het verleden immers al heel wat kerken tot de grond toe afgebrand bij soortgelijke werkzaamheden, zag ik toen een lichte huivering in Barts hand?
Na wat schuiven en passen lag het venster op de ideale positie, en kon het verder gemonteerd en in bitumen ingebrand worden. Prachtig.
Nu we dan eindelijk licht in de woonkamer hebben, wilde ik natuurlijk ook wel weten of je met gemak in de luie stoel een krantje kon lezen. Jan Verburg was bereid om als proefpersoon te fungeren, en ja hoor, de krant leest heerlijk weg.
Ten slotte hebben we de oude bitumenlaag die rondom de schoorsteen was aangebracht nog weggehaald, het hele binnenmeer wat zich daaronder gevormd had werd leeggedweild en Zbisjek sleep een oud muurtje wat uit de badkamer gesloopt was in tweeën, zodat het de trap af kon.
Tot mijn grote verrassing stond Zbisjek rond 16:30 fris opgepoest klaar om naar huis te gaan. Hoezo werken we niet meer tot 18:00 tegenwoordig? Hij spreekt alleen maar Pools, dus we moeten het hebben van non-verbale communicatie. Ik besloot dat de dag enerverend genoeg geweest was, en van dit misverstand misbruik te gaan maken. Chauffeur Haak verliet het strijdtoneel, terwijl Bart de laatste restjes onbekwaam aangebrachte dakbedekking uit het verleden verwijderde, en nog even door bleef werken om de nieuwe dakbedekking rondom de schoorsteen af te ronden.
Het mag vanavond weer gaan regenen.
Dat ik nu net op zo’n hoogtepunt van het restauratie-werk aanwezig was!
Dat was kikken.