Afscheid van het vensterglas

Ons grote raam heeft zoveel meegemaakt. Het heeft inzicht gegeven in een bioscoop, een bordeel, een lingeriezaak, een tatooshop, en tenslotte in een keurige burgermanswoning.
In onze woning was het donker, maar toch gezellig, nu het venster weg was. Annie zat een beetje te werken, Daan hield de wacht. Het leek wel kerst.

In het Theater stond ons raam te wachten om naar zijn laatste rustplaats gebracht te worden.
Totdat vanochtend alles in een stroomversnelling kwam. Mariusz had uit zichzelf bedacht dat het raam vandaag in zijn grote bus naar het glasverzamelgebouw vervoerd zou worden. Maar dat gebouw is op zaterdag dicht. De bus stond al voor de deur.
De gewone vuilstort is op Zaterdag wel open. Maar die is alleen bedoeld voor particulieren, ze accepteren geen bedrijfsafval. Ik besloot de gok te wagen.
En zo werd de glasplaat in de singels gehesen, en door 4 dragers het huis uit gedragen.
Stapje voor stapje ging hij naar buiten, de bus in.

Darek had heel zorgvuldig een traject van houten blokjes voorbereid, er kon niks fout gaan. Het venster werd in de bus goed vastgebonden.

Op de stortplaats ben ik inmiddels een goede bekende. Behalve dan voor de controleur die bij het hek stond. Hij werkt er nog maar kort. Toevallig was dat uitgerekend de man met wie ik een paar weken geleden onze glasplaat besproken had. Normaal hebben ze er een aparte kleine bak staan waar al het glas in moet. Ons venster is daarvoor veel te groot. “nou, dan kan hij anders wel in de grote bak Bouw en Sloop”, had hij toen gezegd. Vandaag keek hij in de bus, zag het formaat, en herinnerde zich niets meer van die toezegging.
De stortplaats chef werd erbij gehaald. Die moet altijd erg lachen als hij ziet hoe ons Renaultje afgeladen met troep bijna door zijn assen zakt. Maar hij denkt ook al jaren dat ik een particulier ben. Aannemers moeten naar een commerciële stort toe, waar je voor je vuilnis moet betalen. Polen werken in hun optiek voor aannemers, en mogen het terrein niet op.
Het leek me een goed moment voor een klein leugentje om bestwil.
“Ja, uw collega had gezegd dat het venster bij Bouw en Sloop mocht. Nu waren er toevallig bij ons in de straat Polen aan het werk. Ik zag dat ze een grote bus hadden, en heb ze gevraagd of ze op hun vrije zaterdag voor een paar tientjes mijn venster wilden vervoeren. Het gaat me zeker niet lukken om door de week naar het algemene glasinleverpunt te rijden.”
Hij streek over zijn hart. Voor deze éne keer mocht het glas bij Bouw en Sloop.
Daar ging ons venster, zijn laatste meters voor zijn uiteindelijke rustplaats. Ik dacht er zelf toepasselijke muziek bij.

En toen, echt waar, betrok opeens de hemel. Een enorme wolkbreuk barstte los. Het venster was nog maar een paar centimeter van de bak verwijderd.
Plots een enorme knal. Het venster liet voor het laatst van zich horen. Hij had al zoveel meegemaakt, wilde beslist niet eindigen in een stortbak. Hij verzamelde zijn laatste krachten en….. brak in duizend stukken.

Zo is hij geëindigd. Als een berg scherven, alsnog in een gewone kleine glasbak.
De chef nam me later nog even apart. “als je weer eens zoiets hebt, dan moet je gewoon thuis het glas al stuk slaan. Veel makkelijker, en het had je het geld voor die Polen bespaard.”
Mooie laatste woorden.
Wat een bijzonder verhaal: het glasraam dat al zoveel van het leven gezien had. En dacht: ‘soms moet je veranderen om jezelf te blijven’ en brak spontaan in 1000 stukken. Om, na een intensief recycle proces, weer te keren in de vorm van 10.000 Calvé Light pindakaas potjes…..
Mooi gesproken Paul !
Ja Paul wat heerlijk beschreven. En ook al van Hessel natuurlijk. Geniet altijd van jullie blogs!